Als je de wereld wilt voeden,............

Als je de wereld wilt voeden,............

"Als je de wereld wilt voeden, moet je niet kijken naar de productiviteit per hectare, maar naar een eerlijke welvaartsverdeling"

Volkert Engelsman:

Tholen - Na de overname van Eosta door het Food & Agri Fonds van Anders Invest nam oprichter Volkert Engelsman afscheid als CEO. Het bloed stroomt waar het niet gaan kan, want Volkert blijft in de Raad van Advies als adviseur nog altijd bij één van de marktleiders in de biologische AGF verbonden, al spreekt hij zelf liever van een impactbedrijf dan een fruitbedrijf. "We zijn altijd gedreven door onze idealen." Het onderstaande interview verscheen in het vakblad AGF Primeur (nummer 5 van jaargang 2023), in de rubriek 'Visie':

Was je afscheid al lang vooraf gepland?
"Dit zat inderdaad al een tijdje in de planning. Ik ben inmiddels 66 en je moet niet te lang blijven hangen. Na 33 jaar – ik ben bij Eosta actief geweest van maart 1990 tot april 2023 – was het tijd om het stokje over te dragen."

Kun je eens met ons terugblikken naar de beginperiode?
"Dat was een heel interessante tijd. In 1989 was de muur gevallen. Havel werd de eerste dichter die president werd en prominenten als Gorbatsjov en Al Gore hadden oog voor de klimaatcrisis. Dit legde allemaal de basis voor de Rio Earth Summit in 1992. Tot voor die tijd waren duurzaamheid en MVO niet echt een thema, maar vanaf dat moment gebeurde er veel en ontstonden er kansen. De Koude Oorlog was voorbij en het idee ontstond dat we ons niet meer bezig hoefden te houden met allerlei rare polarisaties, maar dat we ons om onze planeet konden bekommeren. Met het boek 'Earth in the Balance' dat Al Gore schreef kort voordat hij tot vicepresident werd gekozen in 1992, kwam er een andere definitie van winst. Er werd lang gekeken naar het financieel resultaat in termen van Bruto Binnenlands Product, maar Al Gore bepleitte een bredere welvaartsdefinitie. Zolang je de natuur, het menselijk en sociaal kapitaal verwaarloost, blijft het dweilen met de kraan open. Je kunt pas over winst spreken als de aarde, de mensheid en de ander ook wint. Dat was een revolutionair standpunt en daar voelde ik me gelijk door aangetrokken. Het was voor mij persoonlijk ook de reden om mijn vertrek bij Cargill aan te kondigen en met Eosta te starten."

Voelde je je als Eosta nooit een eenling in de AGF-sector?
"Nee nooit, ik ben een positief ingesteld mens en daar heb ik nooit last van gehad. Je hebt volgens het model van Rogers nu eenmaal koplopers, early adopters en legguards. Vooruitgang gaat altijd uit van een trendsettende minderheid. Een belangrijke vraag is: wil je bij de volgers of de leiders horen? Mijn slogan is Dream, Dance, Deliver. Wees eerlijk naar jezelf en de zaken waar je achter kunt staan, Dream. Ga op zoek naar gelijkgestemden die iets vergelijkbaars willen, Dance. En als een deur niet opengaat, gewoon door blijven gaan. Er gaat altijd ergens anders wel een deur open. Voordat je het weet zit je midden in een coalition of the willing die het verschil maakt, Deliver. Ons bedrijf is altijd vanuit idealen gedreven geweest, maar het ene gaat niet zonder het andere. Niet voor niets luidt onze slogan 'Where ecology meets economy'. Dat is vandaag de dag nog hyperactueel nu heel de samenleving worstelt met het landbouw- en voedselvraagstuk. Het probleem is dat men uit de heup schiet bij tal van deelproblemen. De ene keer is dat stikstof, de andere keer klimaat, dan weer immigratie. Maar we zijn uiteindelijk toe aan een nieuw landbouw- en voedselsysteem dat draait op een weerbaar ecosysteem. Ik denk dat we hierin de afgelopen 33 jaar het nodige pionierswerk hebben vervuld. Ik was er nooit zo mee bezig of we hierbij een eenling waren. Je kunt wel je dromen hebben, maar in je eentje kom je niet zover. Daarom heeft Eosta altijd gestaan voor een nauwe samenwerking met heel veel partijen, misschien waren dat niet zozeer de AGF-bedrijven, maar veel NGO's waren wel met deze thema's bezig. Het waren niet de minsten die meededen aan onze Save our Soil-campagne. Aan bekijks hebben we dan ook nooit gebrek gehad. Ik zag het als een coalitie van koplopers om doorbraken te versnellen in de voeding en landbouw."

Tegelijkertijd blijven de bio-cijfers ver achter op wat al vele jaren als doel wordt gesteld. Baal je daar niet van?
"Dan spreek je met name over het bio-aandeel in Nederland. We zijn hier met 4% bijna hekkensluiter, alleen Malta doet het nog slechter. Maar gemiddeld heeft bio in de EU-lidstaten een aandeel van 12 tot 15%. In sommige landen, zoals Oostenrijk en Denemarken ligt het aandeel nog veel hoger. Bij sommige segmenten, bijvoorbeeld bananen, ga je daar al richting de 100%. Daarmee laat de bio-sector zien allang geen niche meer te zijn. Persoonlijk vind ik het zelfs vrij spectaculair hoe de bio-sector heeft kunnen groeien, ondanks de hogere prijzen voor biologische producten ten opzichte van gangbaar. Met de doelstellingen die in de Farm-to-forkdeal zijn geformuleerd gaat het aandeel zelfs naar 25% toe. Ik denk dat het realistisch is dat Nederland heeft gezegd dat 15% al een stevige ambitie is, want dit is nog altijd een verdrievoudiging. Maar ik blijf dit veel meer zien als een kans. Oorzaken als inflatie en stijgende grondstofprijzen zijn kortstondige obstakels waardoor de groei even wordt beperkt, maar je moet door de bomen het bos blijven zien. Ook de overheid heeft hier wat mij betreft een rol in. Die heeft er een handje van om te zeggen dat een boer moet verduurzamen, maar betaalt daar geen cent extra voor. Al die keurmerken en claims leveren de telers vaak niets op. Zo werkt het natuurlijk niet. Ook gangbare telers die extra ecosysteemdiensten leveren, zouden hier een fatsoenlijke vergoeding voor moeten krijgen. Dat gebeurt in de bio-sector wel meer. En beter, dankzij het degelijke wetgevingssysteem dat erachter zit."

Zijn die hoge prijzen voor bio wat jou betreft gerechtvaardigd?
"In mijn ogen is bio zeker niet te duur, maar is gangbaar te goedkoop. De rekening wordt niet netjes verdeeld. We sturen veel te veel op productiviteit per hectare, maar het is natuurlijk niet netjes om de kosten die ontstaan door de bodemverarming, vervuild water of biodiversiteitsverlies af te wentelen op de toekomstige generaties. Dan leen je als het ware geld bij je kinderen. Zou je de vervuiler verantwoordelijk houden, dan kom je volgens de FAO bij gangbare producten op een prijs uit die bijna twee keer zo hoog ligt. Nu kost bio grosso modo 20 tot 30% meer. Ofwel, voorkomen is veel goedkoper dan repareren. De centrale gedachte van True Cost Accounting is dat de maatschappelijke kosten van ons voedsel niet langer zouden moeten worden doorgeschoven naar de maatschappij en toekomstige generaties. De biologische landbouw leent niet bij de kinderen, maar zorgt voor een goede bodemvruchtbaarheid en andere ecosysteemdiensten. In dit ongelijke speelveld, waarbij de vervuiler nog wegkomt met een concurrentievoordeel, is bio ogenschijnlijk een stuk duurder. Daardoor moet de biologische sector het hebben van een bewustzijnselite, let op: geen financiële elite, die wil voorkomen dat het hele landbouwsysteem naar de kloten gaat. Deze bewustzijnselite is vaak hoger opgeleid, maar niet per se koopkrachtiger, maar maakt wel een andere afweging dan de mainstream, ofwel wederom de trendsettende minderheid."

Maar met bio kun je toch de wereld niet voeden? Zoals we ook zagen in de onlangs uitgebrachte documentaire 'Paved Paradise'?
"Ach ja, die grote Hidde Boersma show…. Hij redeneert vanuit de logica dat hoe intensiever je teelt, hoe meer natuur er overblijft. Zo lust ik er nog wel een paar. Dan kunnen we idealiter de hele teelt naar een paar industrieterreinen en flats verbannen. Gelukkig is die redenering gemakkelijk te ontkrachten en wordt die, in de kringen die ertoe doen, ook niet serieus genomen. Zolang we 70% van onze landbouw gebruiken voor veevoer zijn er knoppen waar we veel beter aan kunnen draaien. Intensieve landbouw is catastrofaal voor de bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit en het klimaat. Natuurlijk is bio extensiever en heb je hiervoor meer grond nodig, maar de biologische landbouw doet dit vanuit een 10 kilometer race, niet vanuit een 500 meter sprint. Als je op langere termijn productiever wilt blijven en de wereld echt wilt blijven voeden, kun je beter extensiveren ten gunste van een gezonde bodem, schoon water en biodiversiteit, dan los je ook meteen het stikstofprobleem op. Ofwel Hidde's verhaal is echt lariekoek, maar dat waait vanzelf wel weer over."

Dit jaar ben je een van de oprichters van de Resilience Hub en de Robin Food Coalitie. Welk doel beoog je hier mee?
"De Resilience Hub gaat over veerkracht. Niet alleen veerkracht in het ecosysteem waar we allemaal naar op zoek zijn, waardoor we niet van het ene stikstofprobleem naar het volgende gaan, maar ook sociale veerkracht en sociale inclusie met ketens waarin de welvaart eerlijk verdeeld wordt. En niet in de laatste plaats gaat het ook om persoonlijke veerkracht en gezondheid. 70% van onze ziektekosten zijn tenslotte voeding gerelateerd. Dat kan efficiënter. Ook voor de belastingbetaler. We moeten af van zogenaamd goedkope voeding die de belastingbetaler en onze kinderen op extra kosten jaagt. Wil je de wereld voeden, dan moet je niet alleen aan de productiviteit per hectare werken, maar allereerst aan volhoudbare ecosystemen en een eerlijke welvaartsverdeling. En die laatste wordt er nu niet direct beter op als je de derde wereld nog afhankelijker maakt van eerste wereld gebaseerde leveranciers van kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen of patenthouders van Crispr Cas-technologie. Door de klimaatverandering riskeren we bovendien miljoenen vluchtelingen, dus we zullen echt naar een ander landbouwsysteem toe moeten. De nood is hoog, maar zolang het nog kan, moeten we lokale partijen helpen om veerkrachtiger te worden. Sociale economische veerkracht bloeit echt op bij diversiteit. Naast weerbare ecosystemen en sociale inclusie is gezondheid onze derde pijler. We zijn Wereldkampioen Landbouw zonder dat we enig oog hebben voor gezondheid. En onze gezondheidszorg heeft geen oog voor voeding. Dat is toch raar?"

"Nu is het de tijd en het momentum om de krachten te bundelen en samen te werken. In het verlengde daarvan hebben we op 18 april de Robin Food Coalitie opgericht om een doorbraak voor inclusieve landbouw in Nederland te forceren. Deze coalitie van duurzame MKB-bedrijven wil met gezamenlijke impactrapportage en disruptieve communicatiecampagnes een doorbraak voor gezonde, sociale, natuur-inclusieve landbouw gaan bewerkstelligen. Ik wilde in eerste instantie met vijf of tien partijen starten, maar er waren wel tweehonderd gegadigden. Dat werd wat te gortig vandaar dat we een selectie hebben gemaakt van zo'n veertig bio-bedrijven, maar dat aantal kan later altijd nog opgeschaald worden. Het mooie is dat we hier de hele groene voorhoede gebundeld hebben. Dit zijn de innovators die dagelijks hun duurzaamheidsvisie bewijzen. Het is echt een brede coalitie met partijen met dezelfde idealen zoals Vivera, Eosta, HAK, Udea, Odin, Tradin, Ekomenu en Yumeko, samen met belangenorganisaties als Urgenda, Bionext en Caring Farmers. Als afzonderlijk bedrijf van pakweg 150 miljoen euro omzet heb je niet zoveel te vertellen. Dat is ook de reden dat de lobby van het MKB vaak ontbreekt, maar met deze coalitie vertegenwoordigen we een miljardenomzet. Afzonderlijk zijn de bedrijven vaak te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken. Nu kunnen we het tafellaken faciliteren met de Robin Food Coalitie."

"Door gezamenlijk op te trekken kunnen we op een efficiëntere manier dingen bereiken. Bij de oprichting hadden we voormalig Unilever-topman Paul Polman te gast. Hij stelde dat de voedingssector tot nu toe nog in de luwte van alle aandacht voor energie en fossiele brandstof heeft kunnen opereren, maar dat dit elk moment kan gaan veranderen. De focus van deze coalitie ligt op een tweetal zaken: duurzame impactrapportage en communicatie. Onze inzet is dat de bedrijven hiermee 'compliance-proof' worden. Nu schuiven klanten de verduurzamingsrapportagelast vaak achterwaarts de keten in en wordt er heel reactief mee omgegaan. Daar kunnen we pro-actiever mee omgaan, want als je je eigen duurzaamheidsmodel maakt en daarop rapporteert kun je aan je omgeving laten zien wat daadwerkelijk je maatschappelijke impact is. Dat willen we combineren met een overkoepelende campagne over de impact van landbouw en voeding op de samenleving. Ik gebruik hiervoor altijd de vier M's van duurzaamheid. Duurzaamheid kun je meten, managen, vermarkten en monetariseren. Onder iedere M werken we samen met een alliantie van partijen."

Is het niet wat beperkt om deze club exclusief voor biologische partijen te houden? Kun je met grotere retailers bijvoorbeeld geen grotere stappen zetten?
"We zeggen zeker niet dat bio de enige oplossing is, wel zien we het met voorsprong als de beste oplossing. En ook nog eens als eentje met het beste verdienmodel voor de boer. We zien de bio-landbouw als de kraamkamer van het nieuwe normaal. Supermarkten als Ekoplaza en Odin, maar ook Ekomenu zijn in de Robin Food Coalitie vertegenwoordigd, maar we willen wel echt de koplopers hierbij betrekken. Supermarkten zijn van nature niet zulke koplopers. Als je de gangbare retail te vroeg aan tafel hebt, levert dit alleen maar frustraties op. Daarom starten we met deze groep bedrijven, NGO's en kennisinstellingen."

"Ik bedoel meer dat er vanuit de bio-sector vaak wordt gezegd dat men de verbinding zoekt, maar dat de oplossing vaak al vaststaat…
Tja, je kunt in obstakels denken, maar ook in kansen. De biologische sector bundelt nu haar krachten. Niemand weerhoudt de gangbare sector om dat ook te doen. Wie het initiatief neemt, die leidt. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en elke winst op het gebied van duurzaamheid is welkom. Einddoel is een doorbraak voor een nieuw voedselsysteem met een integrale visie op ecologie, sociale verbondenheid en gezondheid, met een eerlijke welvaartsverdeling die boer en burger weer verbindt."

Voor meer informatie:
Volkert Engelsman
Eosta
volkert@eosta.com
www.eosta.com

Als je de wereld wilt voeden,............