Een CO2-label op je shampoo – nuttig of ‘dure afleiding’?

Een CO2-label op je shampoo – nuttig of ‘dure afleiding’?

Milieuvoetafdruk Steeds meer bedrijven doen moeite de CO2-uitstoot van hun producten te berekenen. Wat levert dat op? En zit de consument er wel op te wachten?

Hoeveel kilometer legt een chiazaadje uit Chili af voor het hier in een kant-en-klaar ontbijtproduct verdwijnt? Wat voor brandstof gebruikt het vrachtschip? Hoe ver moet het in Nederland nog in de vrachtwagen? Hoe vol zit die vrachtwagen – en wat is dus het aandeel van de chiazaadjes in de uitstoot van dat ritje?

Een ondernemer die de CO2-voetafdruk van zijn product wil berekenen, moet van details houden. Het is „veel werk”, zegt Wouter Staal, oprichter van YB (voorheen Yoghurt Barn), een keten van dertien yoghurt cafés en verkoper van ontbijtproducten in de supermarkt. „Heel veel werk.”

Chiazaad zit in de kant-en-klare overnight oats die YB verkoopt. De basis ingrediënten zijn havermout en sojayoghurt, verder een beetje kaneel, agave en lijnzaad. Ook die andere ingrediënten veroorzaken CO2-uitstoot. Net als de verpakking. En de koeling. Maar hoeveel?

Beantwoorden van al deze vragen lijkt bijna onmogelijk, maar Staal ging ermee aan de slag. Hij huurde een bedrijf in, eerst GiantLeaps en daarna Carbon Cloud, om te helpen de berekeningen te maken. Doel was in kaart brengen hoe groot de voetafdruk van zijn bedrijf is, om die vervolgens te proberen te reduceren en compenseren. Maar inmiddels kunnen consumenten in zijn yoghurt cafés via een QR-code op de menukaart ook zien in welke van de vijf ‘CO2-categorieën’ alles valt.

Uitstoot labels
Wie goed oplet, ziet het vaker opduiken: de CO2-uitstoot die op de productverpakking vermeld wordt. (Of preciezer: het CO2-equivalent. Daarin worden ook andere broeikasgassen, zoals methaan, meegeteld en omgerekend naar CO2.)

Het Britse Quorn, dat vleesvervangers maakt, heeft sinds 2020 CO2-informatie op zijn verpakkingen staan. Havermelkmaker Oatly begon er een jaar eerder mee. Ook op de kuipjes Becel, geproduceerd door het Nederlandse Upfield, kunnen consumenten de uitstoot zien.

Andere bedrijven zijn ermee bezig. De topman van supermarktconcern Ahold Delhaize, waar Albert Heijn onder valt, sprak vorig jaar in NRC de verwachting uit binnen drie jaar een uitstootlabel te introduceren in Nederland. Unilever, bekend van Calvé, Knorr, Dove en Magnum, heeft nog geen deadline, maar heeft ook beloofd de CO2-score van zijn producten te gaan vermelden. Levensmiddelenbedrijf Nestlé, verkoper van merken als Maggi en KitKat, overweegt het.

Waarom steken bedrijven hier zoveel moeite in? En wat levert het op?

Consument is voorstander
Vanuit bedrijven is de keuze wel te begrijpen: steeds meer consumenten willen duurzame producten. Uit een enquête van de Britse marktonderzoeker YouGov, in opdracht van duurzame consultant Carbon Trust, bleek dat bijna 70 procent van de respondenten, uit onder meer Frankrijk, Nederland en de Verenigde Staten, (sterk) voorstander is van carbon labelling.

Bedrijven die plantaardige producten verkopen, zoals Oatly, Upfield en Quorn, hebben daarbij het meeste te winnen: de CO2-uitstoot van hun producten valt lager uit dan die van ‘gewone’ melk, boter, kaas of vlees.

Upfield, de vroegere margarine tak van Unilever, huurde het bedrijf Quantis in om de CO2-uitstoot van hun producten te berekenen. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat margarines met een vergelijkbaar vetpercentage) onderling maar weinig van elkaar verschillen, of ze nou van koolzaad-, zonnebloem- of palmolie zijn gemaakt, vertelt Sally Smith, verantwoordelijk voor duurzaamheid bij Upfield. Maar met zuivel is het verschil wél aanzienlijk. Quantis concludeerde dat margarines gemiddeld een 74 procent lagere CO2-voetafdruk hebben dan in Nederland geproduceerde roomboter.

Bedrijven wijzen op meer voordelen. Zo zien ze een educatieve functie voor zichzelf: Smith van Upfield noemt een CO2-label „een van de grootste kansen om consumenten te wijzen op voeding met een kleine voetafdruk”. Bij Unilever zien ze het ook als een vorm van dienstverlening. Op de eigen site noemt het bedrijf CO2-labels „behulpzaam” voor consumenten die hun eigen milieuvoetafdruk willen meten.

Kaal, abstract getal
Maar hóé ze die informatie op de verpakking moeten vermelden, daar puzzelen bedrijven nog mee. Op een kuipje Becel vermeldt Upfield de CO2-uitstoot nu onderop de verpakking.

Hoe zorg je dat consumenten zo’n kaal, abstract getal begrijpen? „Dat is een vraag die wij onszelf ook stellen”, zegt Smith. „We moeten onze data beter presenteren.” Het is dan ook niet verrassend dat Upfield „absoluut” voorstander is van verplichte CO2-informatie op alle voedingsmiddelen. „De vergelijking moet makkelijk gemaakt kunnen worden.”

Dat is nu niet zo. Anders dan informatie over ingrediënten of calorieën, zijn er geen wettelijke voorschriften voor wat er op de verpakking moet over CO2. Een fabrikant mag dus zelf het wiel uitvinden.

Cosmeticagigant L’Oréal kwam bijvoorbeeld met een rangorde. Het Franse bedrijf wil stapsgewijs de milieu-impact van het hele assortiment gaan delen. De aftrap was met zijn merk Garnier, in 2020. Ontwikkelen van de rangorde „kostte wat tijd”, zegt Clémence Gosset, hoofd consumenteninformatie bij de L’Oréal Group. „Het moest gebruiksvriendelijk zijn.”

L’Oréal koos een rangorde, van A (groen, best) tot E (oranje, slechtst). Makkelijk vindbaar is die informatie nog niet: de score staat niet op de verpakking, alleen online. Vermelding op de verpakking is lastig, zegt Gosset. „We verbeteren milieu-impact van onze de formules geregeld.”

Het stoplicht van L’Oréal – dat gestoeld is een nieuwe methodologie die door de Europese Unie is ontwikkeld – gaat niet alleen over CO2, maar ook over factoren als waterverbruik en de invloed op biodiversiteit. De score geldt voor de hele levensloop van het product, van grondstof tot in de prullenbak bij de consument. Meer cosmeticabedrijven zien hier heil in: L’Oréal is aangesloten bij een consortium waarin ruim veertig partijen zoals ook cosmeticabedrijven Beiersdorf en Sisley werken aan een gemeenschappelijke ‘EcoBeautyScore’.

Een CO2-label op je shampoo – nuttig of ‘dure afleiding’?